Het Nederlandse woordje “dat” kent veel vertalingen

SylviaFrans leren, Frans vertalen, Franse les, Spelling en GrammaticaLeave a Comment

Frans leren is ècht wel belangrijk

De verschillende vertalingen van “dat” in het Frans

Voor ons is het zo simpel: wij kennen maar 1 woordje “dat”. Wil je dit naar het Frans vertalen dan moet je weten op welke manier het gebruikt wordt. Ik schreef er al eerder over, maar in deze blog vind je alles bij elkaar. Lekker handig dus. Lees gauw verder.

 

HET VOEGWOORD: DAT

Een voegwoord verbindt twee zinnen: Ik vertel je dat je het goed gedaan hebt. Deze zin vertaal je als volgt: Je te dis que tu l’as bien fait.

Voegwoorden zijn vaak signaalwoorden in teksten. Je kunt er dingen uit afleiden. Het voegwoord DAT = que. En of je het nu hebt over: opdat (pour que), omdat (parce que), nadat (après que), zodat (de sorte que); que blijft que.

 

 

VERVANG EEN ZELFSTANDIG NAAMWOORD: DAT of   HET

vertaling dat in het FransNeem deze zin: Hij geeft dat ijsje aan zijn zus. Als je die zin verandert in: Hij geeft dat aan zijn zus, dan hebben we het over een heel ander “dat”. In het Nederlands gebruiken wij vaak “het” . Het/dat vervangt hier: dat ijsje. En aangezien ijsje een vrouwelijk woord is, wordt de vertaling: Il la donne à sa soeur. Hadden we een mannelijk woord vervangen, dan was de vertaling: le, bij een meervoud: les. Vertaal de zinnen hierboven maar eens en gebruik dat of het voor je vertaling.

Probeer eens of je er achter komt, wat er vervangen wordt in deze oefening.

 

 

HET AANWIJZEND VOORNAAMWOORD: DAT

dat vertalen in het Frans

Voorbeelden van een aanwijzend voornaamwoord zijn: dat boek, dat huis en dat appartement. In het Frans vertaal je dit met: ce, cet of cette. (voor het enkelvoud)

Boek = livre = un livre = mannelijk à ce

Huis = maison = une maison =  vrouwelijk àcette

Appartement =   un appartement = mannelijk met een beginklinker à cet

School = une école = vrouwelijk met een beginklinker à cette

Oefen met deze oefening.

 

 

HET BETREKKELIJK VOORNAAMWOORD: DAT

Een betrekkelijk voornaamwoord slaat terug op iets wat eerder gezegd is. Ik schreef er deze uitgebreide blog over.  Soms gebruikt het Nederlands dat als het om een betrekkelijk voornaamwoord gaat.

Ik geef het meisje dat het doelpunt gemaakt heeft een hand.

Waar is het boek dat jij mij gegeven hebt.

Dit vertaal je met:

Je donne la main à la fille qui a marqué le but.

Où est le livre que tu m’as donné ?

In het vetgedrukte stukje zin is qui: onderwerp en que: lijdend voorwerp.

 

Hieronder nog een keer met Franse voorbeeldzinnen. Maar dan op een andere manier uitgelegd. Soms snap je het beter als iets anders wordt uitgelegd. Daar ben ik goed in: iets uitleggen op verschillende manieren. Dus neem gerust contact op, als voor jou een nog andere manier van uitleggen, dingen helderder maakt. betrekkelijk voornaamwoord Frans

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *