Vandaag geef ik je een aantal voorbeelden van vergissingen die Nederlanders vaak maken als ze Frans gaan schrijven. Onlogisch zijn ze niet. Want als je kijkt naar onze eigen Nederlandse taal en hoe het systeem in onze hersenen zit, dan is het vaak heel verklaarbaar. Beschouw dat als mijn eerste tip: schakel je Nederlandse hersenen uit en je Franse hersenen in.
Ontdek zelf de fout in de volgende zinnen. Soms zitten er zelfs meer fouten in een zin.
1. Ma sœur se marie au fin de ma vacance.
2. J’ai parlé beaucoup d’amis.
3. Il a dans l’hôpital.
Zal ik je op weg helpen met een goede Franse zin te schrijven ?
In de eerste zin gaat het om het geslacht van een woord en er staat een woord in het enkelvoud. Begint er al een lichtje te branden?
In de tweede zin kun je er achter komen door de zin te vertalen. Je merkt dan dat je een woord niet vertaald hebt.
In de derde zin zit een fout die veel gemaakt wordt, avoir en être worden door elkaar gehaald en het voorzetsel is verkeerd.
De goede zinnen moeten zijn:
1. Ma sœur se marie (eventueel: se mariera) à la fin de mes vacances.
2. J’ai parlé à (eventueel : avec) beaucoup d’amis.
3. Il est à l’hôpital.
Een beetje uitleg:
Vacances is altijd meervoud, net als les lunettes (de bril) en les devoirs (het huiswerk).
De vervoeging van avoir (hebben) begint bijna altijd met een a, de vervoeging van être (zijn) begint nooit met een a, meestal met een e. Maak de rijtjes maar eens.
En dan dat voorzetsel in die laatste zin: tja, leer ze maar gewoon, want er is geen peil op te trekken.
Hielp dit jou op weg? Mooi. Wil je nog meer veelvoorkomende fouten herkennen en niet meer maken? Vind meer tips om foutloos Frans te schrijven op FranseMarkt. Wil je dat ik jouw Franse teksten corrigeer? Prima. Wil je zelf Frans leren schrijven? Dat kan. Heb je nog tips voor mij? Graag.