De tegenwoordige tijd (le présent) van de werkwoorden zijn, hebben en gaan worden nog wel eens door elkaar gehaald. Daarom hier nog maar eens een keer wat aandacht voor deze vormen. En omdat herhalen de kracht van leren is, bespreek ik een aantal (interactieve) oefeningen die je zelfstandig op internet kunt doen.

Etre of Avoir

Bij deze oefening moet je opschrijven wat je hoort. Het pijltje helemaal rechts laat het horen, het ? links laat zien of het een vorm van zijn of van hebben is. Wil je eerst afzonderlijk être of afzonderlijk avoir oefenen, dat kan ook: Maak dan bovenin je keuze. Onderaan klik je op valider om de goede antwoorden te zien. Met recommencer kun je helemaal opnieuw beginnen en Montrer/cacher les réponses laat je wel of niet de goede antwoorden zien.

Deze link heeft deze twee youtube filmpjes met de vervoeging en daarna maak je zelf een keuze voor de goede vorm van het goede werkwoord.

Kijk vooral het hele filmpje, er staan voorbeelden aan het eind.

De derde oefening kun je op papier oefenen, als je dat liever doet.

Tot slot deze. Die vind ik echt fijn, omdat je zo lekker met kleurtjes aan de gang gaat: kleurtjes maken alles gelijk een stuk duidelijker. En het is ook een fijne serie oefeningen omdat ze opbouwen in moeilijkheidsgraad: eerst herkennen, toepassen en tot slot helemaal zelf bedenken.

Het werkwoord aller = gaan

Twee oefeningen om het werkwoord aller in de tegenwoordige tijd onder de knie te krijgen. Eerst deze: de vervoeging staat bovenaan als je op de link klikt, je kunt luisteren naar de uitspraak en dan volgt een oefening. Uiteraard gevold door een “check answers”

En de tweede oefening: is er weer een van climaclasse.fr. Staat weer garant voor een opbouw in moeilijkheidsgraad.

Veel plezier en veel succes. Heb je nog vragen? Neem contact op.

Wil je iets toevoegen of heb je zelf een leuke oefening? Ik hoor het graag.

Aanverwante artikelen:

être / avoir en de passé composé

aller gebruikt in de futur proche