De Toekomst, welk werkwoord gebruik je in het Frans?

SylviaFrans leren, Franse les, Franse woordjes, Spelling en GrammaticaLeave a Comment

Ik wil het deze week hebben over de toekomst, meer specifiek: het verschil tussen de Nederlandse taal en de Franse taal. Handig om te weten als je Frans wilt leren. Wij, hier in Nederland, zeggen rustig: Ik vertrek morgen. Doe je dat in het Frans, dan is dat grammaticaal niet correct. Och, die Fransen begrijpen je wel. Maar je valt wel gelijk door de mand als buitenlander.

Slordig of gewoon preciezer

Ik zeg altijd dat de Fransen hierin veel preciezer zijn. Hoezo? Vertrek? Als je dat gebruikt, dan gebeurt het NU. En in mijn voorbeeldzin (Ik vertrek morgen) staat toch echt het woordje morgen. Dat is niet nu, dat ligt in de toekomst. Dus mag je niet, kun je niet, een tegenwoordige tijd gebruiken, een tijd die in het NU ligt. Zeggen de Fransen. En wat mij betreft hebben ze gelijk.

Toekomst dichtbij of Toekomst ver weg

Ja, jullie dachten dat je er al was. Maar nee, de Franse taal maakt onderscheid tussen iets wat over niet al te lange tijd gebeurt: de nabije toekomst en iets wat over lange tijd gebeurt: de toekomst. Ik wil het hier hebben over de nabije toekomst: de futur proche. De Fransen zeggen niet: Ik vertrek morgen. Nee, ze zeggen: Ik ga morgen vertrekken. Dus: Demain, je vais partir. Het is dus belangrijk, zeer belangrijk om alle vormen van gaan in het Frans te kennen. Als je ze niet kent, kun je ze hier opzoeken.

Hoe dichtbij is dichtbij?

Dat blijft de vraag. Want morgen is dichtbij. En overmorgen ook nog. Maar ook volgende week en over twee weken vinden de Fransen niet zo ver weg. Een echte regel kan ik niet terugvinden. Het is ook een beetje een kwestie van gevoel. Let dus goed op als je een boek leest, of als je luistert en kijkt naar de bijvoorbeeld tv5. Dan ga je dat gevoel vanzelf ontwikkelen.

Handige woorden

Let op woorden die de toekomst aangeven, zoals

Demain = morgen

Après-demain = overmorgen

La semaine prochaine = volgende week

Dans une semaine = over een week

Dans quinze jours = over twee weken

Dans un mois = over een maand

 

Is het allemaal duidelijk? Mooi.
Heb je nog vragen? Stuur een mailtje.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *